Rasinformatie | |
FCI-Standaard nr. 228 | / 04.11.2008 / GB (Nederlandse vertaling) |
Land van herkomst: | Afghanistan |
FCI Groep 10: | Windhonden |
Gebruik: | Zichtjager. Instinctief volgt de Afghaan alles wat beweegt; daarom kan hij het beste op een omheind terrein worden uitgelaten.. |
Schofthoogte: | Reuen 68 – 74 cm Teven 63 – 69 cm |
Vacht: | De vacht is lang en zeer fijn van structuur. Op de snuit is het haar kort. Op het hoofd is de vacht lang met een kenmerkende kuif met bevederde oren. Vanaf de schoft is haar naar achteren op de rug kort en dicht. Alle kleuren zijn toegestaan. |
Korte historische samenvatting
Er bestaat geen enkele twijfel over het feit dat de Afghaanse windhond tot de oudste rassen van de wereld behoort.
De Afghaan werd via Engeland uit Afghanistan geïmporteerd in het begin van de 20e eeuw. Afghanen kwamen in het Nederlandse Hondenstamboek voor het eerst voor in deel XXIII van 1929, waarin een vijftal Afghanen wordt vermeld, die sinds 1927 vanuit Engeland in Nederland waren geïmporteerd. Deze importen betekenden de start van dit ras in Nederland.
Er bestonden oorspronkelijk eigenlijk 2 rassen: de vlakte-Afghaan en de berg-Afghaan. Het eerste type werd in de lager gelegen gebieden gebruikt voor de jacht op hazen en antilopen; het tweede tot ver in het ruwste hooggebergte voor de jacht op steenbokken, bergherten enz.
De tegenwoordige rashond behoort gefokt te worden naar de Engelse rasstandaard.
Algemeen voorkomen
Middelgrote, elegante en harmonisch gebouwde windhond, die kracht en snelheid uitstraalt. Gereserveerd en waardig in zijn karakte met een zekere vurrige omstuimigheid. Hij heeft alure en een oosterse bijna mysterieuze uitdrukking in de donkere ogen. Getooid met een opvallende lange zijdeachtige vacht. Het hoofd wordt trots gedragen. Harmonisch gehoekte ledematen met grote voeten. De bevederde staart heeft een karakeristieke ring aan het eind.
Maat: Schofthoogte reuen 68 – 74 cm. En schofthoogte teven 63 – 69 cm.
Hoofd – Schedelgedeelte
Schedel: lang, niet te smal met duidelijke achterhoofdknobbel. Goed van verhoudingen en bedekt met een lange kuif.
Stop: Gering.
Hoofd – Gezichtsgedeelte
Neus: Bij voorkeur zwart, leverkleur geoorloofd bij lichtkleurige honden.
Snuit: Lang, met geduchte kaken.
Kaken/Tanden: Sterke kaken met een uitmuntend, regelmatig en compleet schaargebit waarbij de bovenste snijtanden de onderste snijtanden nauw overlappen en haaks op de kaken zijn geplaatst. Tanggebit toegestaan.
Ogen: Bij voorkeur donker maar goudkleur niet uitgesloten. Bijna driehoekig, enigszins schuin oplopend van de binnenste naar de buitenste ooghoek.
Oren: Laag en goed naar achteren aangezet, dicht tegen het hoofd gedragen. Bedekt met lang, zijdeachtig haar.
Nek
Nek: Lang, krachtig en met trots gedragen hoofd.
Lichaam
Rug: Horizontaal matig lang en goed gespierd.
Lendenen: Recht, breed en tamelijk kort.
Kroep: Licht aflopend naar de staart. Heupbeenderen tamelijk duidelijk en breed uiteen.
Borst: Behoorlijke ribwelving en goede diepte.
Staart: Niet te kort met ring aan het eind. In actie hoog gedragen. Spaarzaam bevederd.
Ledematen
Voorhand: Voorbenen recht en met stevige botten, van voren af gezien in één lijn met de schouders.
Schouders: Lang en schuin, goed naar achteren geplaatst, goed gespierd en krachtig zonder beladen zijn.
Opperarm: Lang en schuin.
Ellebogen: Van de zijkant af gezien verticaal onder de schoft. Dicht tegen de borstkas, noch naar binnen, noch naar buiten draaiend.
Middenvoeten: Lang en veerkrachtig.
Achterhand: Krachtig. Goede lengte tussen heup en goed geplaatst.
Hubertusklauwen: mogen worden verwijderd.
Voeten: Voorvoeten sterk en zeer groot, zowel in lengte als in breedte met lang, dicht haar; tenen gebogen. Voetkussens goed op de grond geplaatst. Achtervoeten lang maar niet zo breed als de voorvoeten en bedekt met lang, dicht haar.
Gangwerk: Vloeiend en veerkrachtig met veel allure.
Vacht
Haar: Lang en erg fijn van structuur op de ribben, voor- en achterhand en flanken. Bij volwassen honden van de schouder af naar achteren en over het zadel, kort en dicht haar. Lang haar van het voorhoofd af naar achteren met een kenmerkende zijdeachtige kuif. Op de snuit kort haar. Oren en benen goed behaard. Middenvoeten mogen kaal zijn. Vacht moet op natuurlijke wijze zijn ontwikkeld. Elke aantoonbaarheid van knippen of scheren moet worden bestraft. (de vacht van een Afghaan vergt heel veel aandacht).
kleur: alle kleuren zijn toegestaan.
Fouten
Elke afwijking van de voornoemde punten moeten worden beschouwd als een fout. De ernst waarmee de fout moet worden beoordeeld moet in juiste verhouding staan tot de mate ervan en op het effect op de gezondheid en welzijn van de hond.
Honden die een lichamelijke- of gedragsafwijking vertoont moeten worden gediskwalificeerd.
N.B.
Mannelijke dieren dienen 2 normaal ontwikkelde testikels te bezitten, die geheel in het scrotum zijn ingedaald.
Opmerking:
Lichaamsbeweging is zeer belangrijk voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de Afghaan. Tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden kan hij alle lichaamsbeweging die hij nodig heeft verkrijgen in zijn eigen huis en tuin.
Een volwassen Afghaan, die te weinig beweging krijgt, kan vrij snel een lastpost in het gezin worden. Met onvoldoende beweging om hem gelukkig te houden zal hij andere dingen bedenken en gaan doen. Deze dingen worden helaas niet altijd op prijs gesteld in het huis. Beweging moet worden gegeven, onafhankelijk van de weersgesteldheid, de toestand van de eigen gezondheid en de beschikbaarheid van tijd.