Rasinformatie | |
FCI-Standaard nr. 218 | / 11.05.1998 / GB (Nederlandse vertaling) |
Land van herkomst: | Mexico |
FCI Groep 9: | Gezelschapshonden |
Gebruik: | Gezelschaphond |
Schofthoogte: | reuen en teven ongeveer 20 cm |
Gewicht: | 0.5-3 kilogram |
Vacht: |
De FCI erkent twee verschillende haarvariëteiten: langharig en kortharig. |
Korte historische samenvatting
De Chihuahua wordt beschouwd als de kleinste rashond ter wereld en draagt de naam van de grootste staat van de Mexicaanse Republiek (Chihuahua). Men neemt aan dat deze honden vroeger in het wild leefden en rond de tijd van de beschaving van de Toltecs werden gevangen en getemd door de inwoners. Illustraties van een gezelschapshondje, “Techichi” genaamd, dat in Tula leefde, werden gebruikt als decoraties op stadsarchitectuur. Deze kleine afbeeldingen lijken erg veel op de Chihuahua van nu.
Algemeen voorkomen
Deze hond heeft een compact lichaam. Zeer belangrijk is het feit dat zijn schedel appelvormig is en dat hij zijn middelmatig lange staart erg hoog draagt, ofwel gebogen of in de vorm van een halve cirkel met de punt naar beneden wijzend in de richting van de lendenen.
Belangrijke verhoudingen
De lengte van het lichaam is iets meer dan de schofthoogte. Gewenst is echter een bijna vierkant lichaamsvorm, speciaal bij de reuen. Bij de teven is in verband met zwangerschap een iets langer lichaam toegestaan.
Gedrag | Temperament
Snel, attent, levendig en erg moedig.
Hoofd – Schedelgedeelte
Schedel: Goed gevormd appelhoofd (rastypisch kenmerk)
Stop: Zeer uitgesproken, diep en breed, het voorhoofd is gerond boven de snuitaanzet.
Hoofd – Gezichtsgedeelte
Neus: Alle kleuren toegestaan. Middelmatig kort, de punt iets naar boven wijzend.
Snuit: Kort, van opzij gezien, breed aan de aanzet, toelopend naar de punt.
Lippen: Droog, nauw aansluitend.
Wangen: licht ontwikkeld, zeer vlak.
Kaken/tanden: Schaar of tanggebit. Over of onderbeet, evenals alle andere afwijkingen in de
boven- of onderkaak, dienen absoluut bestraft te worden.
Ogen: Groot, rondachtig van vorm, erg expressief, niet uitpuilend, geheel donker. Lichte ogen toegestaan, maar niet wenselijk.
Oren: Groot, staand, wijd open, breed aan de aanzet, geleidelijk toelopend naar hun lichtgeronde punt. In rust opzij gebogen een hoek van 45º vormend.
Nek
Nek: Bovenlijn licht gebogen. Middelmatig lang. Bij reuen zwaarder dan bij teven. Geen keelhuid. Bij de langhaar variëteit is de aanwezigheid van een kraag met langer haar zeer gewenst.
Lichaam
Lichaam: Compact en goed gebouwd.
Toplijn: Recht.
Schoft: Nauwelijks zichtbaar.
Rug: Kort en sterk.
Lendenen: Sterk gespierd.
Kruis: Breed en sterk, bijna vlak of licht hellend.
Borst: Brede en diepe borstkas, ribben goed gewelfd. Van voren gezien ruim, maar niet overdreven. Van opzij gezien, reikend tot de ellebogen. Niet ton-vormig.
Onderbelijning en buik: Gevormd door een duidelijk oplopende belijning. Slappe buiklijn toegestaan, maar niet gewenst.
Staart: Hoog aangezet, vlak uitziend, middelmatig lang. Breed aan de aanzet, geleidelijk toelopend naar de punt. Staartdracht is een belangrijk raskenmerk: als de hond loopt, wordt de staart ofwel in een boog gedragen, of in een halve cirkel met de punt naar de lendenen wijzend, hetgeen balans aan het lichaam geeft. De staart mag nooit tussen de benen, noch onder de ruglijn gekruld worden gedragen. Het haar op de staart is afhankelijk van de variëteit en is overeenstemmend met de vacht op het lichaam. Bij de langhaar variëteit vormt het haar van de staart een pluim. In rust hangt de staart en vormt een lichte hoek.
Ledematen
Voorhand: Rechte voorbenen en van een goede lengte; van voren gezien vormen ze een rechte lijn met de ellebogen. Van opzij gezien is hun houding verticaal.
Schouder: Vlak en middelmatig bespierd. Goede hoeking tussen schouderblad en opperarm.
Elleboog: Vast en aansluitend aan het lichaam, hetgeen vrije beweging verzekert.
Middenvoet (pols): Licht schuin aflopend, sterk en flexibel.
Voorvoet: Erg klein en ovaal met de tenen goed apart, maar niet gespreid (geen hazen- of kattenvoet). Nagels bijzonder goed gebogen en middelmatig lang. Voetkussens goed ontwikkeld en erg veerkrachtig. Hubertusklauwen zijn niet toegestaan.
Achterhand: Achterbenen goed bespierd met lange botten, verticaal en evenwijdig aan elkaar met een goede hoeking in de heup-, knie- en hakgewrichten, in overeenstemming met de hoeking van de voorhand.
Hak: Kort met goed ontwikkelde Achillespees; van achteren gezien, goed apart, recht en verticaal.
Achtervoet: Erg klein en ovaal, met de tenen goed apart, maar niet wijduitstaand (geen hazen- of kattenvoet). Nagels bijzonder goed gebogen en middelmatig lang. Voetkussens goed ontwikkeld en erg veerkrachtig. Hubertusklauwen zijn niet toegestaan.
Gangwerk/beweging: Lange passen, veerkrachtig, energiek en actief goed uitgrijpend en stuwend.Van achteren gezien moeten de benen bijna evenwijdig ten opzichte van elkaar bewegen, zodat de voetafdrukken van de achtervoeten precies passen in die van de voorvoeten. Bij het verhogen van de snelheid vertonen de benen de neiging naar elkaar toe te bewegen in de richting van de centrale lijn van het zwaartepunt (eensporig). Vrij en veerkrachtig gangwerk, zonder zichtbare inspanning, hoofd omhoog en vaste rug.
Huid: Glad en soepel over het hele lichaam.
Vacht
Haar: In dit ras zijn 2 verschillende vachtsoorten.
Korthaar: Vacht is kort, dicht aanliggend over het hele lichaam. Als er een ondervacht is, is het haar iets langer. Dun haar is op keel en buik toegestaan, iets langer haar op de nek en staart, kort haar op het gezicht en de oren. De vacht is glanzend en de structuur is zacht. Honden zonder haar zijn niet toegestaan.
Langhaar: Vacht dient fijn en zijdeachtig te zijn, glad of licht golvend. Te dikke ondervacht is niet gewenst. Vacht is langer, vormt pluimen op oren, nek, achterkant van voor- en achterbenen op de voeten en op de staart. Honden met een lange golvende vacht worden niet geaccepteerd.
Kleuren: Alle kleuren in alle mogelijke schakeringen en combinaties zijn toegestaan, behalve de kleur merle.
Maat en gewicht: Bij dit ras wordt alleen gekeken naar het gewicht, niet naar de hoogte.
Ideaal gewicht: tussen 1,5 en 3 kilogram. Honden die minder wegen dan 500 gram en zwaarder zijn dan 3 kilogram zullen gediskwalificeerd worden.
Fouten
Elke afwijking van voornoemde punten dient als een fout te worden beschouwd en de ernst waarmee de fout dient te worden beoordeeld, dient in exacte verhouding te staan tot haar graad.
* Missende tanden.
* Dubbele tanden (nog aanwezige melktanden).
* Puntige oren.
* Korte nek.
* Lang lichaam.
* Ronde of holle rug (Lordosis of Kyphosis).
* Hellend kruis.
* Smalle borst, vlakke ribbenkast.
* Staart niet goed aangezet, kort of gedraaid.
* Korte ledematen.
* Losse ellebogen.
* Te nauw van achteren.
Ernstige fouten
* Smalle schedel.
* Kleine ogen, diepliggend of puilend.
* Lange snuit.
* Onder- of overbeet
* Onvaste kniegewrichten.
Diskwalificatiefouten
* Agressief of heel bang.
* Hertentype honden (honden met een a-typische of extreme lichaamsbouw: te klein hoofd, lange nek, mager lichaam, lange ledematen).
* Honden met een open fontanel.
* Hangend of kort oor.
* Misvormde kaken.
* Extreem lang lichaam.
* Ontbreken van staart
* Langhaar variëteit: honden met erg lang, fijn en golvend haar.
* Korthaar variëteit: kale plekken (alopecia).
* Merle kleur.
* Honden die minder wegen dan 500 gram en zwaarder zijn dan 3 kilogram.
* Een hond die lichamelijke- of gedragsafwijkingen vertoont wordt gediskwalificeerd.
N.B.
Mannelijke dieren dienen 2 normaal ontwikkelde testikels te bezitten, die geheel in het scrotum zijn ingedaald.