Tag: briard

Briard

Rasinformatie
FCI-Standaard nr. 113 / 23.01.2009 / FR (Nederlandse vertaling)
Land van herkomst: Frankrijk
FCI Groep 1: Herdershonden en Veedrijvers
Gebruik: Schapen hoeden, begeleiden, beschermen en bewaken van de baas. De Briard wilt voor de baas werken.
Schofthoogte: Reuen 62 – 68 cm
Teven 56 – 64 cm
Vacht: Golvende vacht, minimaal 7 cm lang. De bovenvacht is hard en droog bijna als geitenhaar. De ondervacht is zacht en wollig.
Kleur: Zwart, Fauve, Grijs

Korte historische samenvattingBriard
De geschiedenis van de briard (officiële naam Chien de Brie), verdwijnt in de mistflarden van het grijze verleden. Hij werd vooral gebruikt als herders- en waakhond, vooral in Frankrijk. In WO I werd de Briard gebruikt als berichthond, Rode Kruishond en om karretjes met munitie te trekken.

Algemeen voorkomen
Stoere hond, soepel, gespierd en goed van verhouding, levendig en kwiek, met een evenwichtig karakter, noch agressief, noch angstig.

Belangrijke verhoudingen
licht gestrekt, de lengte van het lichaam van boeggewricht tot zitbeen moet iets groter zijn dan de schofthoogte.
Het hoofd is lang: 2/5 van de schofthoogte. De breedte van de schedel is iets minder dan de helft van de lengte van het hoofd. De schedel en snuit zijn van gelijke lengte.

Gedrag | Temperament
evenwichtig karakter, niet agressief, noch angstig, wijs en onverschrokken

Hoofd – Schedelgedeelte
Schedel: Sterk, van opzij bekeken zeer licht afgerond.
Stop: De stop is duidelijk aangegeven en ligt op gelijke afstand van de achterhoofdsknobbel en de neuspunt.

Hoofd – Gezichtsgedeelte
Neus: Stevige neus met goed geopende neusgaten. De neus is altijd zwart, behalve bij blauwe honden (grijs geboren honden – vert.), die een blauwe of blauwachtige neus hebben.
Snuit: Het eind van de voorsnuit is eerder vierkant dan rond. De voorsnuit is sterk, voldoende breed en nooit puntig.
Lippen: Aangesloten.
Gebit: Sterke kaken, witte tanden en scharend gebit.
Ogen: Ovaal. Horizontaal geplaatst, goed geopend, tamelijk groot, donker van kleur. Bij blauwe Briards zijn iets lichter gekleurde ogen toegestaan.
Oren: Hoog aangezet. De oren mogen niet plakken. Ongecoupeerde oren zijn tamelijk kort. De lengte van de oorschelp van het ongecoupeerde oor is gelijk aan of iets minder dan de helft van de lengte van het hoofd. De oren zijn altijd vlak en bedekt met lang haar.
Wanneer zij gecoupeerd zijn, in landen waar dit niet is verboden, worden de oren rechtop staand, noch naar elkaar toe, noch uit elkaar staand, gedragen

Nek
Gespierde nek, goed uit de schouders komend.

Lichaam
Bovenbelijning: De rug is recht. De lendenen zijn kort en sterk.
Romp: Een weinig hellend, met een lichte ronding.
Borstkas: Breed en lang. Voldoende diep tot aan de ellebogen; met goed gewelfde ribben.

Staart
Volledig, laag gedragen, tenminste tot de hak reikend, zonder naar links of naar rechts af te buigen, in een lichte haak in een J-vorm gedragen. In actie mag de staart hoger, in het verlengde van de bovenbelijning, gedragen worden.

Ledematen
Goed bespierd met sterk botten en rechte beenstanden.

Ledematen – Voorhand
Schouders: Schuin, goed gehoekt en van een gemiddelde lengte; goed aansluitend aan de borstkas.
Ellebogen: Aansluitend aan het lichaam.
Bovenarm: Recht en gespierd.
Middenvoet: Van opzij bekeken licht hellend.
Voeten: Sterk, rond en goed onder het lichaam staand. De nagels zijn altijd zwart (behalve bij blauwe honden) en de voetzolen hard. De tenen moeten goed gesloten en gewelfd zijn.

Ledematen – Achterhand
Dijbeen: Gespierd.
Spronggewricht: Niet te dicht bij de grond en goed gehoekt:
Middenvoet: Van achter bekeken perfect verticaal.
Voeten: Sterk, rond. De nagels zijn altijd zwart (behalve bij blauwe honden) en de voetzolen zijn hard. De tenen moeten goed gesloten zijn.
Wolfsklauwen: De herders zijn traditioneel gehecht aan het behoud van dubbele hubertusklauwen. De wolfsklauwen vormen, nogal dicht aangezet bij de voet, goed gescheiden “duimen” met nagels.

Gangwerk
Regelmatig, soepel, harmonieus, op zo’n manier dat de hond zich verplaatst en zijn werk doet met een minimum aan inspanning en vermoeienis. De Berger de Brie dient een gestrekte draf te hebben, ruim uitgrijpend met goede stuwing vanuit de achterhand.

Vacht
Haar: Golvend, lang, droog (type geitenhaar) met een lichte ondervacht
Kleur: De vacht is zwart, fauve, fauve charbonné (licht tot middelmatig) vaak met een donker masker, grijs of blauw.
De warm fauve vacht kan een lichtere teint hebben op de ledematen en de onderste delen van het lichaam. Ook de zwarte, grijze en blauwe vachten kunnen op deze plaatsen een iets lichtere vachtkleur in hetzelfde kleurgamma vertonen. Iedere vachtkleur kan meer of minder vergrijzen.

Grootte
Reuen: 62 cm tot 68 cm schofthoogte.
Teven: 56 cm tot 64 cm schofthoogte.

Fouten
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als fout aangemerkt worden, maar naarmate de ernst en de gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de hond, zwaarder worden aangerekend.

Zware fouten
– Ernstige fouten in beenstanden.
– Vachtkleur over het geheel te licht.
– Vacht: Haar van minder dan 7 cm, zachte of wollige vacht.

Diskwalificatie fouten
– Agressieve of angstige hond.
– Te weinig stop.
– Neus van een andere kleur dan zwart; roze op de neus (niet gepigmenteerde vlekken – vert.).
– Boven- of onderbeet met verlies van contact. Ontbreken van 2 P4 in de onderkaak of afwezigheid van 3 of meer tanden (uitgezonderd de P1).
– Te licht (geel) oog, ogen niet hetzelfde van kleur.
– Gedraaid gedragen oren; te laag, beneden de ooglijn, aangezette oren; oren bedekt met korte vacht; het ongecoupeerde oor rechtop staand gedragen.
– De staart gekruld over de rug gedragen of recht afhangend.
– Enkele wolfsklauwen of het ontbreken van de wolfsklauwen aan de achterpoten.
– Vacht: Witte tint, kastanjerood of mahoniebruin; tweekleurige vacht; witte bef; witte haren op de voeten; fauve vacht met manteleffect; fauve vacht met charbonné manteleffect.
– Schoftmaat afwijkend van de door de standaard gestelde limiet met een tolerantie van 2 cm naar boven en 1 cm naar beneden.
– Elke verandering van de hond door gebruik van hulpmiddelen of chirurgische ingrepen, of sporen van dergelijke behandelingen.
Elke hond die zichtbaar psychische- of gedragsproblemen vertoont zal worden gediskwalificeerd.

N.B.
Mannelijke dieren dienen 2 normaal ontwikkelde testikels te bezitten, die geheel in het scrotum zijn ingedaald.